Mannenkledij
Schoenen
In de negentiende eeuw droegen de mannen lage effen leren schoenen (zwart of donkerbruin) die werden gesloten met nestels of gespen. Naast de gesloten schoenen waren er ook open schoenen (type aanstekers) of lage bottines. Lange leren laarzen tot onder de knie werden zowel onder als boven de broek gedragen. Door de week droeg men dikwijls klompen, ’s zondags leren schoenen. In de eerste helft van de 19de eeuw hadden schoenen nog geen pasvorm, linker en rechterschoen waren gelijk. Pas later in de 19de eeuw werden de schoenen aan de voet aangepast.
- Kies een comfortabele lage effen leren schoen of bottine met veters of gespen, zonder versieringen
of sierstiksels - Kleur: zwart, (donker-)bruin of grijs
- Geen daim of nubuck
- Geen velcro of rek toegelaten (ook al is die onzichtbaar)
- De schoenen moeten een duidelijke hak hebben (dus geen platte schoenen met doorlopende zolen)
- De schoenen moeten een dunne en soepele zool hebben.
- Donkere laarzen zijn toegelaten op voorwaarde dat ze overeenkomen met de modellen op de schilderijen.
Wie zich laarzen aanschaft, moet ook een gewoon paar schoenen hebben.
Voorbeelden van geschikte schoenen, bottines of laarzen:
Voorbeelden van schoenen die NIET toegelaten zijn (moderne tekening, rubberen zool, dikke zool, geribbelde zool, rek, daim)