Burgerkledij
In het vooruitzicht van de viering van 500 jaar Ste Barbelen vonden we in 1987 dat het stilaan tijd werd voor een nieuwe kledij, liefst iets feestelijks uit de 19de eeuw. Onze "gewone kledij" bestond immers al sinds 1958, en buiten een paar kleine variaties was daar in 30 jaar weinig aan veranderd. Bovendien was ze destijds wel ontstaan uit een studie door enkele leden, maar met nogal wat toegevingen om het voor iedereen betaalbaar en dansbaar te houden. Waarden en principes veranderen, dus we gingen op zoek naar iets mooiers en autenthiekers.
Met niet meer dan een oude redingot van één van de dansers en een patroon voor een belle-époque baljurk togen we aan de slag. Gelukkig hadden we goede relaties met de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel zodat we daar konden doordringen tot in de reserves, want de collectie kleding en textiel zat reeds jaren achter slot en grendel. Er werd gekeurd, geschreven en getekend, en besloten dat de mannen een halflange zwarte slipjas zouden krijgen, een donkere gestreepte broek en een halfhoge grijze buishoed. Om het geheel toch wat op te vrolijken kwam er bij het hemd met grote strik een schitterende gilet met veel gouden naaiwerk. Een set blinkende (manchet)knopen, een opvallend zakhorloge (met ketting) of een "antieke" wandelstok maakten onze dandy's compleet.
De dames zouden voortaan pronken met een brede hoepelrok (+/- 4 meter) in (namaak) brokaat, fluweel en zijde, en een strak jakje met lange aansluitende mouwen in dezelfde stof. Alles afgewerkt met de nodige kanten versieringen en een schattig hoedje met linten. Als attributen een bijpassend tasje, delicate handschoenen of een frivole parasol, en natuurlijk een onderrok met hoepels en een onderbroek met lange pijpen.
Als het erop aankomt om sjieke contradansen of plechtige feesten op te voeren, zien we er uit alsof we uit een doosje van rond 1850 komen!