Mannenkledij
Hemd
Hemd en kiel - van hetzelfde laken een broek?
Het hemd en de kiel werden gemaakt op dezelfde patroon uit een rechthoekig stuk linnen of katoen. Er was een ronde opening voor het hoofd en een rechte opening tot midden op de borst (10-15 cm). De schouders kwamen tot een paar centimeter over de eigenlijke schouders. De hemden waren dus een stuk breder dan de moderne hemden.
Brede mouwen
De brede mouwen bestonden uit twee rechthoekige stukken van dezelfde stof, die gefronst (of kleine plooitjes) werden aan beide einden (bovenste helft schouderaanzet en aan de pols).
De manchet varieerde van 2 cm-7 cm, maar was meestal korter dan de huidige en werd gesloten met een knoop of manchetknoop.
Kragen
Er was een grote variatie aan kragen: gaande van een eenvoudige zoom met een lintje tot een rechtopstaand kraagje (2-6 cm) of een omgeplooide kraag zonder “punten” (afgeronde hoeken). Om een stijf kraagje te bekomen, werden veters tussen twee stukjes stof genaaid.
Schouderstukken
Op de schouders werden dikwijls verstevigingstukken aangebracht die met (zwart of ton-sur-ton) boorduurwerk werden versierd. Ook op de borst en de rug werden plooien gelegd die soms met (zwart of ton-sur-ton) borduurwerk werden versierd.
Okseldriekhoekje
Aan de oksels werd een driehoekje (dubbel geplooid vierkant) ingenaaid om de mouw nog te verbreden zodat er geen hinder was bij het werken. De opening op de borst werd eenvoudig afgewerkt of met borduursel versierd.
Borstopening
De borstopening werd open gelaten of met een knoopje , een haak- en oogsluiting of met een lintje aan de kraagaanzet gesloten.
Slippen
Aangezien in die tijd geen onderbroeken werden gedragen, moesten de hemden lang genoeg zijn (slippen) zodat alles kon worden warm gehouden. In de winter droeg men gewoon twee hemden overeen.
Je vindt hierbij de werkwijze voor de drie toegelaten modellen.
Het hemd moet volledig gemaakt worden zoals hierboven wordt beschreven. Iedereen is vrij om te kiezen voor het meest eenvoudige model of om het te versieren met opgenaaide schouderstukken en/of borduurwerk (discreet borduurwerk in zwart of gelijkaardige kleur als de stof).
Voor rechtopstaande kragen is geen plakkatoen toegelaten, wel tunnels met veters.
Kleur: vrij. Strepen en gelijke ruiten toegelaten. Geen andere tekeningen toegelaten. Zie onder Kleuren.
Stof: katoen of linnen of een mengeling katoen/linnen. Geen wol of zijde. Voor samenstelling, zie onder Stoffen
Hemd zonder schouderpas
Dit model is gefronst aan de halsuitsnijding en heeft geen schouderpas. Op de schouders worden het voor- en achterstuk zonder plooien of fronsen aan elkaar genaaid. De brede, ondiepe halsuitsnijding in het rechthoekig voor- en achterstuk wordt gefronst tot een normale halsomtrek.
De halsopening heeft een split van 10-15 cm.
Mouwen, manchetten, schouderstuk en driehoekig okselstuk zoals bij kielmodel.
Kielmodel
Het kielmodel bestaat uit een rechthoekig voor- en achterstuk dat door een schouderpas wordt verbonden. Het kielmodel heeft een halsopening met split tot op het midden van de borst (10-15 cm). Op de schouders kan je ter versteviging en ter versiering een schouderstuk aanbrengen.
Mouwen
De mouwen zijn gemaakt uit twee stukken rechthoekige stukken stof (voor elke mouw één). Indien nodig kan een mouw ook uit twee gelijke helften bestaan, met een naad die over de hele lengte van de mouw loopt.
De mouwen worden aan de schouders en aan de manchetten gefronst of geplooid.
Aan de polsen komt een manchet van 2-7 cm, gesloten door een knoop.
Okseldriehoekjes
Aan de oksels wordt een “driehoekje” (in twee geplooid vierkant) ingenaaid.
Model uit met voor –en achterstuk uit één stuk stof:
In tegenstelling tot de andere modellen, waar het voor- en achterstuk door een schouderpas gescheiden zijn, wordt bij dit model het lijf uit één stuk stof gemaakt. In het midden wordt een halsopening met split uitgeknipt.
Links en rechts van de halsopening worden plooien gelegd (naar zijkant van de stof toe). Daarna wordt er
-verplicht- een schouderstuk over de plooien genaaid.
Hoe maak je een schouderstuk?
Het schouderstuk is een rechthoekig stukje stof van zo’n 5 cm breed dat ter versteviging van het hemd over de schouder wordt genaaid, dus tussen aanzet van de mouw en de halsopening. De breedte van het schouderstuk is afhankelijk van de breedte van de schouders en wordt daar best aan aangepast. Het schouderstuk wordt met plooien van 1 à 2 cm afgewerkt. De plooien worden vanuit het midden naar de zijkanten gelegd.
Deze plooien mogen met flanelsteek worden versierd. Kleur van de versieringen: zwart of een soortgelijke kleur als het hemd (ton-sur-ton).
Flanelsteek