Kleuren in streekdrachten
Kleuren van de Brabantse streekdrachten
In tegenstelling tot wat lang werd aangenomen, waren de Vlaamse Streekdrachten bijzonder kleurrijk en was zwart eerder uitzondering dan de regel. Het was pas rond 1900 toen het hoogtepunt van de streekdrachten voorbij was dat de donkere tinten (blauw grijs en zwart) de overhand namen.
Welke kleuren waren er dan wel? Alle natuurlijke , d.w.z. door de natuurlijke verving bekomen kleuren:
Ongebleekt wit (gebroken wit)
Mosterdgeel (bleek en donker)
Alle tinten beige
Alle tinten vuilroze
Alle tinten donkerrood (baksteenrood, bruinrood, bordeaux, wijnrood)
Alle tinten groen (lichtgroen, donkergroen, mosgroen)
Alle tinten blauw (lichtblauw, grijsblauw, staalblauw, indigoblauw, petroleumblauw)
Alle tinten lila/paars
Alle tinten bruin (zandbruin, grijsbruin, roodbruin, donkerbruin)
Alle tinten grijs (lichtgrijs, donkergrijs)
Zwart
Herfstkleuren
De kleuren waren over het algemeen minder “hard” dan nu: rood was geen “knallend” rood, maar baksteenrood, geel geen citroengeel, maar zacht mosterdgeel. In moderne modetermen zouden we het warme herfstkleuren noemen.
Voorbeeld van toegelaten kleuren
Oranje bestond als kleur nog niet en is dus niet toegelaten.